We spreken in zinnen die bestaan uit woorden, lettergrepen en letters. Elke letter heeft zijn eigen klank. Woorden bestaan uit verschillende klanken achter elkaar. Kinderen leren de klanken van hun ouders c/q opvoeders, door na te doen. Door het verkeerd uitspreken van een letter (of combinaties ervan) krijgen woorden een andere betekenis.
Kinderen beginnen al vroeg met spreken. Bij het ene kind verloopt deze ontwikkeling sneller dan bij het andere kind. De spraakontwikkeling verloopt niet altijd vlekkeloos en er kan een achterstand in het spreken optreden. Je spreekt van een articulatiestoornis wanneer kinderen qua spraak achterblijven bij leeftijdgenootjes. Sommige kinderen blijven langer dan normaal spreekfouten maken. Een kind wordt daardoor minder verstaanbaar.
Als de spraak-en taalontwikkeling bij een kind niet op de normale manier verloopt, dan is het raadzaam om de begeleiding van een logopedist in te schakelen.
Er zijn vele mogelijke oorzaken voor een vertraagde spraak-taalontwikkeling. We spreken van een primaire stoornis als er geen duidelijke oorzaak te vinden is voor de vertraagde of verstoorde ontwikkeling van de spraak en taal. Soms is er wel een onderliggende oorzaak en is het spraak-taalprobleem een secundaire stoornis.
Denk bijvoorbeeld aan:
De logopedist kijkt hoe ver de ontwikkeling is en wat mogelijk beïnvloedende factoren zijn van de verstoorde of vertraagde spraak-en/of taalontwikkeling. Zij geeft adviezen en begeleiding aan ouders en andere betrokkenen, bijvoorbeeld de peuterspeelzaalleidster. Zo nodig krijgt het kind zelf therapie. Indien gewenst is er overleg met andere disciplines, denk aan huisarts, consultatiebureau-arts, kinderfysiotherapeut, leerkracht en psycholoog.
Daarnaast zijn er nog een aantal andere articulatiestoornissen, die ook op oudere leeftijd geconstateerd kunnen worden. Slissen of binnensmonds spreken kunnen een belemmering zijn in het dagelijkse functioneren. Bij volwassenen kunnen articulatieproblemen ook voorkomen als gevolg van een hersenbeschadiging. Er kunnen zich dan problemen voordoen met één of meerdere onderdelen van de spraak, zoals onduidelijke articulatie, een te zachte of te harde stem, eentonig of nasaal spreken.
De logopedist geeft spraaktherapie om te werken aan verbetering van de spraak. Er zal n.a.v. een intake gesprek en onderzoek in kaart gebracht worden waar de problemen liggen en welke vorm van begeleiding zinvol is. Vervolgens zal er middels oefeningen en adviezen gewerkt worden naar een zo optimaal mogelijke situatie.